Posts tonen met het label Cavalier King Charles Spaniël. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Cavalier King Charles Spaniël. Alle posts tonen

Welkom, liefhebbers van de Cavalier King Charles Spaniëls.

Trotse Cavalier King Charles Spaniël
Welkom op onze site gemaakt door liefhebbers van dit hondenras. Hier staat de Cavalier King Charles Spaniël centraal.

Dit klein hondje is ideaal voor in huis, heeft een lief karakter en is zeer aanhankelijk en goed in omgang met andere en vreemde mensen. Ze passen zich vrij snel aan op vreemde plaatsen en zijn zeer kind vriendelijk. Het blijven nog altijd jachthondjes maar bijten doen ze niet ook al ben je ze aan het plagen. Geef ze wel genoeg aandacht en laat ze niet verkommeren want daar gaat dit beestje wel onder lijden. Dus verzorgen, de juiste aangepaste voeding en een beetje vertroetelen is de boodschap.

Op deze site kunt u ook uitgebreid de geschiedenis van de Cavalier nagaan. De soorten rasstandaarden. Essentiële informatie over de voeding, de opvoeding, voortplanting, dagelijkse verzorging,

Een welopgevoede, goed verzorgde en getrainde hond is meer dan zomaar een hond. Besteed daarom extra aandacht in het begin wanneer ze nog puppy zijn. Hierbij past het spreekwoord: 'Jong geleerd is oud gedaan'. Maak ze gehoorzaam ook al denkt u dat dit ras een zeer zachtaardig karakter heeft. Er zijn altijd uitzonderingen...

Je kunt ze kopen in de betere dierenwinkels maar ook bij particulieren, zelfs hondjes met een stamboom. Deze laatste zijn natuurlijk duurder maar zijn bijna altijd in goede conditie wat bij kennels niet altijd het geval is en men niet altijd weet van waar de hondjes komen.

Op deze site zul je ook uitgebreid kennis kunnen maken met de stambomen en eigenschappen van de Cavalier.

Veel plezier op onze site en vergeet niet om ons terug op te zoeken voor de laatste nieuwigheden en events.

Kleurencombinaties bij de Cavalier King Charles Spaniël

Tricolor
Voor de kleurvererving bij de cavalier zijn meerdere genen verantwoordelijk. Er zijn er echter twee die heel belangrijk zijn.

Ofwel is een cavalier zwart (driekleur of black & tan) ofwel bruin (blenheim of ruby). Elke cavalier heeft twee genen die dat bepalen, zogauw het gen zwart aanwezig is, is de cavalier zwart, omdat zwart dominant is t.o.v. bruin. Ook is een cavalier parti-color (driekleur en blenheim)of whole-color (black&tan en ruby). Twee genen bepalen ook dit. Zogauw de cavalier één gen heeft voor wholecolor, is hij whole-color omdat whole-color dominant vererft t.o.v. parti-color.

LENHEIM x BLENHEIM
Twee keer blenheim kan alleen blenheim geven. Beide ouders hebben 2 genen parti-colour en 2 genen bruin.

BLENHEIM x DRIEKLEUR
Deze beide parti-colors hebben beiden 2 genen voor particolor. De driekleur kan 1 gen bruin en 1 gen zwart hebben, maar kan ook 2 genen zwart hebben. Hier kunnen NOOIT whole colors uit voortkomen. Wel alleen driekleur of zowel driekleur als blenheim.

DRIEKLEUR x DRIEKLEUR
Ook hier kunnen NOOIT whole colors geboren worden. Wel alleen driekleur ofwel blenheim als driekleur als beide ouders heterozygoot zijn (elk één gen bruin en één gen ewart hebben)

RUBY x RUBY
Cavalier King Charles Spaniël Ruby

Ook hier kunnen er blenheim geboren worden, als beide ouders één gen voor parti-color hebben. Er kunnen nooit driekleur of black & tan geboren worden!

BLACK & TAN x RUBY
Hier kunnen de vier kleuren geboren worden op voorwaarde dat de black&tan zowel voor whole-color/parti-color als voor zwart/bruin heterozygoot is. En de ruby ook één gen heeft voor parti-color

RUBY x BLENHEIM
De ruby moet één gen voor parti-color hebben, dan kunnen er ook blenheim’s geboren worden. Als dat niet het geval is, zijn ze allen ruby.

DRIEKLEUR x RUBY
De driekleur moet heterozygoot zijn voor zwart/bruin en de ruby moet heterozygoot zijn voor whole-color/particolor.

DRIEKLEUR x BALCK & TAN
De driekeur moet heterozygoot zijn voor zwart/bruin en de black&tan voor whole-color/parti-color én voor zwart/bruin.

BLACK & TAN x BLENHEIM
Hier hangt alles alleen van de black&tan af. Die moet weeral Heterozygoot zijn voor zowel whole-color/parti-color als voor zwart/bruin.

BLACK & TAN x (een van de 4 kleuren)
Deze black&tan is homozygoot voor beide. Hij/zij kan alleen black&tan geven, zwart en wholecolor vererven dominant!

BLACK & TAN x (een van de 4 kleuren)
Deze black & tan is homozygoot voor zwart maar heterozygoot voor whole-color/parti-color. Haar pups zijn altijd zwart, maar als ze gedekt wordt door een reu die minstens één gen particolor heeft, kan ze ook driekleur voortbrengen.

DRIEKLEUR x (een van de 4 kleuren)
Deze driekeur heeft twee genen zwart, is dus homozygoot voor zwart en kan alleen de kleur zwart voortbrengen. Wordt ze echter gedekt door een whole-color, kan ze ook black&tan voortbrengen (nooit ruby!)

Geschiedenis van de Cavalier King Charles Spaniël

Herkomst: Groot-Brittannië.

Oorsprong
In de Middeleeuwen vond men dikwijls pups van verschillende grootte in de nestjes van pasgeboren spaniëls. Het is echter pas in de zeventiende eeuw dat, na een zorgvuldige selectie, een soort kleine spaniël is ontstaan, later King Charles genoemd, naar één van de meest fervente liefhebbers van dit ras. In 1926 en dit ter gelegenheid van de wereldvermaarde Cruft's Dog Show te Londen, looft een rijke amerikaan, Rosswell Eldridge, een prijs uit voor wie hem een king charles kon laten zien met een langere neus, net zoals ze vroeger door A. Van Dijck geschilderd werden. Het is pas in de jaren '40 dat het ras definitief erkend werd en de term cavalier werd toegevoegd, teneinde de Cavalier King Charles Spaniël te onderscheiden van de King Charles Spaniël.

Honden van het spaniëltype bestaan in Europa al sinds de Oudheid en in Engeland komt de dwergspaniël voor sinds de tijd van Karel II. Van kem komt ook de naam van het ras. Men zegt dat de koning speciaal geïnteresseerd was in de dwergspaniël. In het begin van de negentiende eeuw werden honden met een stompe neus van Oost-Azië naar Engeland gebracht en gekruist met de daar aanwezige dwergspaniël. Dit was de oorsprong van de King Charles Spaniël die we heden ten dage kennen. Hij kreeg zijn uiteindelijke vorm als rastype in de jaren dertig van de negentiende eeuw. Het ras komt tamelijk weinig voor, ook in het land van herkomst, en heeft in de schaduw moeten staan van zijn aanzienlijk populairdere neef de Cavalier King Charles Spaniël. De King Charles Spaniël is een betoverende dwerghond, vriendelijk, levendig en toegewijd.

Over het ontstaan van onze huidige Cavalier circuleren er veel verschillende verhalen. In elk boek over de Cavalier wordt er een rubriek ‘geschiedenis’ opgenomen. In grote trekken stemmen de verhalen natuurlijk overeen, maar er zijn soms grote verschillen. Hoe het allemaal juist gegaan is kunnen we nooit met zekerheid achterhalen.

Wij kozen voor de leukste en meest logische versie.

We beginnen bij het laatste deel van de naam, de spaniël. In heel Europa werden spaniëls gebruikt bij de jacht. Hun taak bestond erin het wild op te stoten, vogels te laten opvliegen, zodat de jager ze kon schieten. De hondjes die te klein waren om dienst te doen als jachthond, werden aan de dames gegeven als gezelschapshond.

Na verloop van tijd kwamen aan diverse hoven toy-spaniëls voor. We zien ze regelmatig op schilderijen uit de 16de, 17de en 18de eeuw. In Engeland waren ze reeds tijdens de regeerperiode van Charles I (1600-1649), zeer geliefd. De kleine dwergspaniël kwam tot volle bloei onder Charles II (1630-1685).Deze vorst zou het veel drukker gehad hebben met zijn hondjes, dan met de staatszaken, zo wordt er verteld. Doordat hij zo gek op hen was , had hij er na verloop van tijd te veel om zelf bij te houden.

Ze werden uitbesteed aan gewone mensen, die voor hen moesten zorgen. Als die verzorgers over de hondjes spraken, hadden ze het over King Charles’ spaniëls, letterlijk vertaald: de spaniëls van King Charles. Een heel logische verklaring dus, voor de oorsprong van de naam van deze hondjes.

Ook op het continent kwam de kleine spaniël veel voor. Er werden regelmatig hondjes uitgewisseld tussen de verschillende landen Zelfs vanuit Japan werden dwergspaniëls als relatiegeschenk aan zeelieden meegegeven.

In het tweede deel van de 19de eeuw, werd in Engeland de kortsnuitige Mopshond geïntroduceerd. Die zorgde voor een ommekeer in de mode van de gezelschapshondjes. Onze King Charles spaniël werd met deze kortsnuitjes gekruist en kreeg een platte snoet en een veel boller hoofdje. Geruime tijd bleven de kortsnuitige en de 'normale' dwergspaniël, naast elkaar bestaan. Maar rond de eeuwwisseling was de oorspronkelijke King Charles spaniël, zo goed als verdwenen.

Jaren later ontstond er langzaam opnieuw interesse voor de langsnuitige toy-spaniël. In 1928 werd de club opgericht. Om verwarring met de kortsnuitige te voorkomen, werd ‘cavalier’ aan de naam toegevoegd. Tot op de dag van vandaag geldt de volgende regel: korte naam- korte snuit, lange naam-lange snuit!

Pas in 1945 geeft de Kennel Club een aparte erkenning aan de cavalier. In 1954 komt de eerste officiële cavalier King Charles spaniël aan op het vasteland. Door de inzet van enkele liefhebbers wordt het ras verder uitgebouwd .Op dit moment, behoort de cavalier tot de populairste rassen.

Zowel de Cavalier King Charles Spaniël als de King Charles Spaniël vindt zijn Koninklijke benaming oorspronkelijk in de grote voorliefde van de vroegere Engelse koningen voor bepaalde type hondjes die men aanduidde met de naam: 'vrouwenhondjes of schootspaniëls'.

Erkende rasverschillen zijn er pas aan de rasstandaard van 1928.

Koningin Mary van Schotland was verknocht aan deze spaniëls. Ze zou ze hebben laten overkomen vanuit Frankrijk. Het verhaal gaat dat tijdens haar onthoofding een toy spaniël zich had verscholen onder haar rokken.

De huidige Cavalier is een directe afstammeling van de kleine toy spaniëls die staan afgebeeld op de vele schilderijen uit de 16de en 18de eeuw.

Op het einde van de 16de eeuw zijn werden ze erg populair aan het Franse hof.

Henriëtta van Orleans, zuster van Charles II, is getrouwd met de jongere broer van de Franse koning. Op een portret van haar, is zij door Mignard in 1665 afgebeeld met een Blenheim Spaniël. Zij bracht er immers enkele mee uit Frankrijk.

Charles II geniet ervan als een aantal kleine spaniëls steeds met hem meelopen. Hij geeft hen zelfs een Koninklijke status en bepaalt dat ze overal in openbaar toegankelijke plaatsen mogen komen. Deze wet geldt vandaag nog steeds.

Charles I, de voorganger van Charles II, heeft ook al spaniëls maar die zijn groter van formaat.

Er wordt gezegd dat sommige dwergspaniëls van Charles II met deze grotere werden gekruist.

De zo gewaardeerde ruitvormige tekening op het voorhoofd van blenheims en tricolours zou daar uit voortspruiten.

Willem III van Oranje brengt aan het einde van de 17de eeuw kleine zwart-witte spaniëls naar Engeland. Het Huis van Oranje regeert namelijk over Groot-Brittannië vanaf 1688.

In de 19de eeuw maken kunstenaars een paar zeer bekende schilderwerken van dwergspaniëls.

Meest gekend is een blenheim en tricolour geschilderd door Landseer in 1845. Het doek heet 'The Cavaliers Pets', naar analogie met een groep dichters rond Charles I, The Cavaliers Poets.

Sarah, Hertogin van Marlborough, had ook een spaniël waar ze veel steun van ondervond toen haar echtgenoot naar de oorlog was en de slag om Blenheim vocht.

Het verhaal gaat dat ze zo in angst zat om haar man dat ze steeds met haar duim de drachtige teef op haar voorhoofd drukte. Alle pups werden geboren met een afdruk op hun voorhoofd.

De Hertogen van Marlborough in Blenheim palace fokten in de 19de eeuw de rood-witte Toy-Spaniël.

Tijdens de 19de eeuw is de benaming voor deze kleine dwergspaniëls King Charles voor de black en tan, Prince Charles voor de tricolour en blenheim voor de rood-witte spaniëls.

Er wordt zoveel gekruist in de 19de eeuw met dwergspaniëls dat moeilijk te achterhalen is wat genetisch juist gebeurd is.

Onder invloed van de mode koos men aan het Britse hof voor de mopshond met de korte snuit. Het resultaat was dat er rond de eeuwwisseling alleen King Charles Spaniëls met een gewelfde schedel, brede, korte, onder voorbijtende voorsnuit en lage ooraanzet voorkomen die meer iets weg hebben van de mopshonden. Hieruit spruit de King Charles Spaniël voort die een beetje kleiner is dan de Cavalier King Charles Spaniël.

De populariteit van de korte snuiten duurt voort tot in 1925: in dat jaar tracht Mr. Roswell Eldridge, een Amerikaanse liefhebber een paar cavaliers te kopen van het oude type uit de schilderijen. Hij vindt er geen en krijgt toestemming van de Crufts Dog Show tot het plaatsen van een mededeling. Hij looft 5 opeenvolgende jaren een prijs uit voor de reu en teef die het best lijken op de Blenheim Spaniëls van het oude type zoals afgebeeld op de schilderijen uit de tijd van Charles II, lange voorsnuit, geen stop, vlakke schedel zonder neiging tot bolvorming en met een vlek in het midden van de schedel. De King Charles fokkers die jarenlang gewerkt hadden om de lange neuzen weg te werken, namen dit niet erg serieus.

Omdat iedereen er vanuit ging dat het een fiasco zou worden, was er maar een enkeling bereid om aan dit experiment deel te nemen. Onder leiding van Mrs. Hewitt Pitt ging dit kleine groepje verder.

In 1928 wordt er een club opgericht en koos men voor de naam Cavalier King Charles Spaniël.

Het is belangrijk voor hen om King Charles in de naam te hebben omdat er bij dit ras regelmatig terugslag in de langsnuitige richting optrad.

In 1928 wordt de eerste rasstandaard opgesteld met als voorbeeld Ann’s Son, een Cavalier van Mrs. Walker. Om mode beïnvloeding tegen te gaan werd er afgesproken dat het 'trimmen' verboden is. Deze blenheim cavalier werd in 1928, 1929 en 1930 beste van het ras.

Pas in 1945 geeft de Kennel Club een aparte erkenning aan het 'Nieuwe Type'.

Er zijn veel fokkers die gebruik maken van 'afgedankte' King Charles Spaniëls met lange snuiten waardoor er in het begin veel problemen zijn.

In de oorlog is er weinig voedsel voor mens en dier. De enige die voort fokt is de Belgische rijke J. Harper Trois-Fontaines; zij heeft een modellenschool in Londen. In het begin is er veel inteelt door gebrek aan dekreuen en wegens benzinetekort om beschikbare dekreuen op te zoeken. In 1954 zet de eerste cavalier pootjes op Nederlandse bodem, maar zijn populariteit stijgt elke dag.

In ons land zijn er ernstige kleinschalige fokkers met 3-7 hondjes die hun pups goed socialiseren en in huis grootbrengen.

Ondertussen geniet de Cavalier King Charles Spaniël internationale bekendheid. Hij is één van de meest gewaardeerde huishondjes.

Gezondheid van de Cavalier King Charles Spaniël

Om op deze vraag een correct antwoord te kunnen geven hebben we samen met tal van buitenlandse medewerkers een jaar geleden een onderzoek uitgevoerd op de wereldpopulatie van deze rashonden. Het doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van zowel de gezondheid als het karakter van de ganse populatie op aarde. De resultaten van het onderzoek zijn wereldwijd gepubliceerd op het internet, in vak- en clubbladen alsook in het prestigieuze Engelstalige boek 'The World of Cavaliers' dat een beeld geeft van het ras over de ganse wereld.

Uit het onderzoek is gebleken dat de Cavalier een volstrekt normaal gezond hondje is met cijfers die terug te vinden zijn in andere rassen. Zo zal u kunnen lezen dat 5.3% jonger dan 8 jaar een hartprobleem heeft en dat slechts een klein percentage hiervan medicatie moet nemen. Je zal ook kunnen lezen dat 3.9% symptomen van Syringomyelia vertonen en dat 2.2% hiervan medicatie neemt.

Wie het ganse onderzoek wenst na te lezen kan dit door op onderstaand link te klikken.

Download hier het verslag van het populatieonderzoek in pdf

Wist u dat...
Dat de normale lichaamstemperatuur bij de hond 38° à 38,5° bedraagt en vanaf 39° de hond koorts heeft.

Dat koorts geen ziekte is, maar wel een symptoom

Dat wanneer uw hondje een brandwond heeft opgelopen, u best de brandwond meteen afdekt met een propere doek die kletsnat gemaakt is met een oplossing van één theelepel zout opgelost in één liter koud water.

Smeer geen zalfjes of vet op een brandwond – Deze wordt er alleen maar extra door verontreinigd.

Dat wanneer u een hondje hebt die last heeft van huidproblemen, u altijd een dierenarts moet raadplegen voor u beslist uw hondje te wassen met water en een gewone hondenshampoo, omdat sommige huidziekten daardoor sterk kunnen verslechteren.

Loopsheid
Teefjes worden loops. Gemiddeld twee keer per jaar is het zover. Sommige teven laten slechts vier maanden tussen twee loopsheden en anderen doen er dan weer acht maanden of langer over. Vanaf de leeftijd van vijf à zes maanden mag je je aan de eerste loopsheid verwachten.

Als je al een beetje ervaren bent in die zaken, zul je opmerken dat de vulva opzwelt, enkele dagen voor de loopsheid begint. Je teefje zal eerst een donkere uitvloei hebben, die snel helderrood wordt en na verloop van ongeveer twee weken terug donker Na drie weken is de loopsheid onder normale omstandigheden afgelopen.

Gedurende die periode gaan sommige teefjes zich anders gaan gedragen dan normaal. Ofwel zijn ze een beetje lomer, of ze zijn net veel levendiger dan anders.

Als je geen bloedvlekken wilt zien op de vloer en op haar matje of in haar mand, dan kan je haar gedurende die tijd een broekje omdoen. Er zijn heel praktische in de handel verkrijgbaar, met een inlegkruisje dat telkens wanneer dat nodig is, kan vervangen worden.

Inentingen
Wanneer U de pup gaat ophalen krijgt U van de fokker een vaccinatieboekje mee.
De eerste vaccinatie heeft Uw pup gekregen op ongeveer 6 weken na de geboorte.
De pup is dan tevens door de dierenarts nagekeken op eventuele gebreken.
De cavalier wordt gechipt of wordt voorzien van een tatoeage. Deze gegevens worden aan alle officiële documenten toegevoegd.
De volgende inenting vindt dan plaats op ongeveer acht of negen weken ouderdom.
Daarna volgt er nog een vaccinatie op 12 of dertien weken.
Hierna gaat de hond normaal gezien enkel jaarlijks voor vaccinatie naar de dierenarts.
De hond dient ook regelmatig (ongeveer om de drie maanden) ontwormd te worden.
Ampullen of spuitbussen kunnen eventueel gebruikt worden ter voorkoming van teken of andere parasieten.

Hartafwijking
Endocarditis

Ten aanzien van de erfelijke hartafwijking,tegenover de aangeboren hartafwijkingen, is de stand bij de Cavalier King Charles Spaniël bepaald niet rooskleurig te noemen.

Volgens statistische beelden blijkt dat vooral in de leeftijdsgroep van 7 tot 10-jarigen er een groot aantal honden zijn met deze afwijking en als gevolg daarvan overlijden of dat men euthanasie moet toepassen.

Endocarditis is de medische benaming voor deze afwijking van het hart en heeft vooral betrekking op de hartkleppen tussen boezem en kamer. In het linker gedeelte de 'mitraal-klep' en in het rechter gedeelte de 'drieslippige-klep'.

Veel voorkomend is vooral de afwijking van de 'mitraal-klep' als gevolg van de hogere bloeddruk aldaar.

Endocarditis is een degeneratie, een kwaliteitsvermindering van de klepweefsels. Gezien het verschijnen van de afwijking op latere leeftijd blijkt dat de weefselverandering progressief is.

De symptomen van de 'mitraal-klep' degeneratie zijn: een vermindering van het uithoudingsvermogen bij inspanningen, abnormale vermoeidheid, ademhalingsmoeilijkheden en hoest, afhankelijk van het vocht in de longen.

De symptomen van de 'drieslippige-klep' degeneratie zijn: slechte doorbloeding van de buikorganen met als gevolg dat er zich vocht in de buikholte verzamelt, een slechte levercirculatie, met als gevolg een vermagering.

Het aanwezig zijn van de hartafwijking op jongere leeftijd stelt men vast door middel van een stethoscoop. Bij aanwezigheid is dan een ruis van het hart te horen.

Een goede verantwoorde fokkerij zal slechts die honden gebruiken die na onderzoek op hartafwijkingen, vrij blijken te zijn van hartruis. Het is aangeraden van dit onderzoek jaarlijks te herhalen.

Ook een methode is om bij het fokken oudere reuen te gebruiken die geen hartruis hebben.

Huidproblemen
Het is algemeen bekend dat een King Charles Spaniël vaak met huidproblemen kampt. Vaak met jeuk tot gevolg. En als die erger wordt, verspreiden de honden ook vaker een geur. Sommige baasjes vergeten het wel eens, maar de vacht van een Spaniël behoeft dan ook enige verzorging. De hond elke dag borstelen is geen overbodige zaak.

Als het dier echter last heeft van jeuk, kan daar ook een andere oorzaak voor zijn. Door het krabben krijg je wondjes in de huidlagen, waarin zich kiemen nestelen. De geur is het gevolg van die bacteriën en/of woekerende gisten. Medicatie kan de ontsteking wel oplossen, maar pakt de oorzaak van jeuk niet aan.

In periodes van stress kan een dier gevoeliger zijn voor infecties. Dat verklaart waarom de honden er tijdens de loopstijd meer last van hebben. Er wordt aangeraden om verder onderzoek te laten uitvoeren naar de oorzaak van de jeuk.

Eerst moeten huidparasieten uitgesloten worden. Dit kan via microscopisch onderzoek. Is het hondje vrij van parasieten, dan zijn allergietests aan te raden. Zijn die negatief, dan kan een voedseltest uitsluiten of hij allergische is voor een bestanddeel in zijn voeding. Het hondje laten steriliseren is niet nodig.

Schijnzwangerschap (schijndracht)
Cavaliërtjes (en ook andere honden), worden gemakkelijk schijndrachtig.

Dat gebeurt ongeveer twee maanden na de loopsheid, dus op het tijdstip dat ze nest werpen na een

Ze kunnen flink vervelend gaan doen, ze zijn onrustig en proberen zowat overal nest te maken. De uiers zwellen op, soms kan je de melk eruit knijpen. Als het te erg wordt, raadpleeg je best je dierenarts.

Die kan je hondje een gepaste medicatie geven, waardoor de problemen meestal snel van de baan zijn.

Een schijnzwangerschap of lactatio abnormalis kan zowel lichamelijke als geestelijke veranderingen met zich mee brengen. De teef gedraagt zich in het algemeen alsof ze een nest pups heeft geworpen.

In de natuur heeft schijnzwangerschap een functie.

Het is een biologisch gevolg van de loopsheid. Binnen een roedel honden mogen alleen de alfa-teef en de alfa-reu pups werpen. Dat zijn over het algemeen de grootste en mooiste exemplaren met de beste genen, vandaar.

Maar om zeker te zijn dat iedereen mooi meewerkt aan het grootbrengen van de pups heeft de natuur ervoor gezorgd dat de andere teven zogezegd mee zwanger worden.

De schijndracht duurt net zo lang als de gewone dracht: ongeveer twee maanden. En tijdens die schijndracht kan de melkproductie zelfs op gang worden gebracht.

Het karakter van de hond zal tijdens de schijnzwangerschap enigszins veranderen, maar daar moet je als eigenaar nu ook niet direct voor panikeren. Het is niet zo overweldigend en ook maar tijdelijk. Enkele gedragsveranderingen kunnen zijn dat de hond stiller wordt, ze heeft een nestdrang en zal veel aandacht vragen. Ze gedraagt zich dus als een teef die zich opmaakt om pups te werpen. Ze zal vaak rustiger zijn en op andere plaatsen gaan zitten dan anders en ze vertoont ook vaak een verhoogde eetlust. Zogezegd om reserve op te sparen voor de komende pups. Probeer om dit gedrag van de hond niet te versterken. Ga dus zeker niet te knuffelig met je hond om en ga ze zeker niet meer eten geven dan gewoonlijk. Op zich is een schijnzwangerschap niet gevaarlijk voor een hond, maar als de melkklieren telkens worden geactiveerd kan dat later wel gezondheidsproblemen opleveren of zelfs kanker.

Is er overdreven melkproductie ga dan naar de veearts voor medicatie. Uit zichzelf zal het in elk geval niet stoppen.

Een schijnzwangere teef zal haar denkbeeldige kroost verdedigen tot het uiterste. Enige omzichtigheid in de omgang met andere honden is dus geboden. De kans is er dat ze geprikkeld zal reageren op andere honden en zeker naar teven toe. Dit komt door de gestoorde hormonale huishouding. Tegenover mensen is dit minder het geval. Kijk toch uit bij vreemden die met haar in aanraking komen. Er zijn honden die tijdens hun schijnzwangerschap elkaar naar de keel vliegen en enkele weken later vrolijk met elkaar spelen. Als het uit de hand moest lopen kan je de hormonen met medicijnen in evenwicht brengen zodat de schijndracht sneller voorbij zal zijn. Vraag daarom raad aan je dierenarts.

Je kan een schijnzwangerschap enkel voorkomen door sterilisatie. Dit is te overwegen indien het vaak voorkomt bij dezelfde teef.

Ga gewoon eventjes anders om met je hond. Neem bvb. eens een andere wandelroute.

Afleiding is nodig, anders blijft die hond maar aan één ding denken: pups.

Chocolade
Dat chocolade een stof bevat 'Theobromine' genaamd die zeer giftig is voor een hond. Dat het effect van chocolade op elke hond verschillend is. Sommige honden geven over of krijgen diarree.
Andere honden krijgen hartritmestoornissen of zelfs een hartstilstand. Chocolade irriteert ook het spijsverteringsstelsel. Geef uw hondje dus NOOIT chocolade!!!!

Wanneer uw hond toch per toeval chocolade heeft gegeten. Laat hem dan braken (dit kan door hem iets te eten of te drinken te geven wat zeer zout is) of neem contact op met Uw dierenarts.

Temperatuur
Uw hond een normale lichaamstemperatuur heeft van 38° à 38,5° en dat hij vanaf 39° koorts heeft?

Tak in het oog
Het vals wel eens voor dat een hond een tak in het oog krijgt. Het dier houdt dan vaak dat oog dicht en het baasje wil vol medelijden het dier helpen. De oplossing lijkt dan vlug gevonden: snel wat oogzalf aan het oog smeren. Hoe eenvoudig die oplossing ook lijkt, met een oogletsel moet je voorzichtig omgaan en dat wordt derhalve het best zo snel mogelijk door een dierenarts behandeld. Als het hoornvliesbeschadigd is, zorgt dit voor irritatie en hevige pijn. Om letsels aan te tonen wordt een test gedaan met een groene kleurstof (fluoresceïne). Het oog wordt onder een uv-lamp bekeken. Als er groene kleurstof op het hoornvlies blijft hangen, wijst dat op een letsel. Afhankelijk van de ernst moet de juiste oogzalf en de behandelfrequentie worden bepaald. Regelmatige controle is noodzakelijk tot het hoornvlies is geheeld. In erge gevallen kan worden beslist tot een operatie (derde ooglidplastie).

Elke hond knaagt graag aan allerlei voorwerpen. De Cavalier maakt hierop geen uitzondering.
Over verantwoord knaagmateriaal kan U meer lezen in een andere rubriek.

Een hond en vooral een puppy vind het soms prettig om aan planten te knabbelen.
Soms heeft de hond behoefte aan het eten van groen, onder andere als hij voelt dat er iets niet in orde is met zijn maag.
Als er in de maag iets onverteerbaars zit, dan kan door groen te eten, voorbeeld gras, het onverteerbaar voorwerp opgebraakt worden.

We moeten wel goed opletten voor giftige planten ! Over het algemeen smaken giftige planten bitter en zal de hond deze als hapje links laten liggen, maar er zijn uitzonderingen ! Ook de giftige felgekleurde bessen van sommige planten kunnen een geliefd snoepmateriaal zijn voor de hond.

Wanneer U vermoed dat de hond een giftige plant of bes opgegeten heeft, dan moet U zo snel mogelijk naar de dierenarts. Neem liefst een stukje van de plant of bes mee zodat U duidelijk kan aangeven over welke plant het gaat. Wanneer de hond gebraakt heeft, neem dan ook een weinig braaksel of uitwerpselen mee.

Het aloude spreekwoord "beter voorkomen dan genezen" is ook hier van toepassing. Zorg er dus voor dat de hond niet in aanraking kan komen met giftige planten.

Hieronder kan U een lijst vinden van de meest voorkomende giftige planten voor de hond. We hebben geprobeerd deze lijst zo compleet mogelijk te maken, maar we kunnen niet garanderen dat alle giftige planten op de lijst voorkomen.

GIFTIGE PLANTENSOORTEN


Aronskelk
Vooral de bessen zijn giftig. Ook de ganse plant is giftig.

Bitterzoet
Vooral de onrijpe bessen zijn giftig.

Bolderik
Alle onderdelen zijn giftig.

Buxusboompje (palmboompje)
Alle delen van deze plant zijn giftig.

Dieffenbachia (Dieffenbachia)
Veel voorkomende kamerplant. Zowel de bladeren als de stengels zijn giftig. Het gif tast de keelholte, het maag-darmstelsel en de ademhaling aan.

Doornappel (Datura stramonium)
Alle onderdelen zijn zeer giftig.

Eenbes

Gatenplant (Monstera)
Blad en stengel zijn giftig.

Goudenregen (Cytisus laburnum)
De hele plant is giftig.

Guichelheil
Guichelheil is een populaire bodembedekker.

Herfsttijloos (Colchicum autumnale)
Vooral de knollen zijn zeer giftig. De effecten worden erger naarmate de hond meer aan de plant knabbelt.

Hulst (Ilex aquifolium)
De bessen zijn giftig.

Hondspeterselie

Honingsklaver

Kerstster (in de volkmond kerstroos)
Melksap van de stengel en de bladeren zijn giftig. Ook de zaden zijn giftig.

Kerstroos
Deze plant komt minder voor als kamerplant.
Alle onderdelen zijn giftig.


Klimop (Hedera helix)
De hele plant is giftig.

Laurier
De hele plant is giftig.

Laurierkers (Prunus Laurocerasus)
De bladeren zijn giftig.

Maretak ( Mistletoe - Viscum album)
De bessen zijn giftig.

Meiklokje (lelietje van dalen)
Zowel de stengel, de bladeren als de bloemen zijn giftig.

Monnikskap (Aconitum)

De hele plant is giftig.

Narcis + hyacint
Beide zijn giftig.

Oleander (Nerium)
De hele plant is erg giftig.

Philodendrom
Is een klimplant die rond een stok wordt geleid. Alle platdelen zijn giftig.

Pronkerwten (Lathyrus)
De stelen zijn giftig.

Taxus (Taxus bacata)
Zowel de bladeren (naalden), de schors en de zaden (rode bessen) zijn dodelijk giftig.

Tulp
De bollen zijn giftig.

Vingerhoedskruid (Digitalis)
De hele plant is erg giftig.

Vuurwerkplant (dictamnus albus)
De hele plant is giftig.

Wolfsmelk
Vooral het melksap van de plant is giftig.

Wegedoorn

Wolfskers (Atropa belladonna)
Vooral de bessen zijn zeer giftig.

Wonderboom (Ricinus)
Vooral de bonen zijn giftig.

Zwarte nachtschade
De hele plant is giftig.

Het ras: voorwaarden en soorten bij de Cavalier King Charles Spaniël

RASSTANDAARD

Algemeen beeld
De Cavalier King Charles is een actief, gratievol, en harmonisch hondje met een vriendelijke uitdrukking. Hij(zij) is sportief, aanhankelijk en onbevreesd.

Hij(zij) is vriendelijk, vrolijk, vrij, niet agressief en heeft geen neiging tot nervositeit.

Een levendig, sierlijk en harmonieus hondje, met een zachte expressie.

Hoofd en schedel
Schedel bijna vlak tussen de oren. Ondiepe stop. Lengte van de voorsnuit is ongeveer 1,5 inch (3,8 cm.) Zwarte neus en neusgaten en goed ontwikkeld zonder vleeskleurige vlekken of aftekeningen. Voorsnuit naar de punt toe versmallend. Goed ontwikkelde niet bungelende lippen. Het gezicht is goed opgevuld onder de ogen. Donker ogen die niet diep liggen, maar ook niet uitpuilen. Het hoofd is groot in verhouding tot het lichaam, een goed gewelfde schedel, Uitgesproken stop. Gerond en goed gevulde wangen, zwarte neusspiegel met wijd open neusgaten. Zeer korte voorsnuit, die goed opwaarts gebogen moet zijn. De voorsnuit is vierkant, breed en diep. Brede onderkaak. Elke neiging naar een spitse snuit is ongewenst.

Ogen
groot, donker en rond maar niet uitpuilend, goed uit elkaar geplaatst. milde uitdrukking, wijd uit elkaar geplaatst. Aangename uitdrukking.
Oren lang en hoog aangezet, met overvloedige beharing. Ze moeten dicht tegen de wangen hangen en een weelderige franje van haar hebben.

Kaken
Sterke kaken, met een goed en regelmatig en compleet schaargebit, dit wil zeggen dat de bovenstanden sluitend over de ondertanden staan en recht in de kaken geplaatst zijn. (licht ondervoorbijtend)
De hals heeft een middelmatige lengte en is licht gebogen, middellang, mooi gewelfd en trots opgericht.

Ledematen
korte en rechte voorbenen, de schouders liggen goed naar achteren. De achterbenen zijn goed van spieren voorzien, goede hoeking van knie- en spronggewricht, laaggeplaatste sprongen, evenwijdige voor- en achterbenen.

Voorbenen
Middelmatige borstkas, goed terugliggende schouders, rechte benen van middelmatig zwaar bot.

Lichaam
Kort in de lendenpartij met goed gewelfde ribben. Rechte rug en een horizontale rugbelijning (alsook een korte en vlakke rug). Een brede en diepe borstkas.

Achterbenen
Benen met middelmatige botaanleg, goed gehoekt in kniegewrigt, geen neiging tot koehakkigheid of O-benen

Voeten
Compact met goed eeltkussen (voetkussen, voetzolen) en een goede beharing. Goed gewelfde tenen en verende voormiddenvoeten.

Staart
De lengte van de staart moet in verhouding zijn met het lichaam, goed aangezet, vrolijk gedragen maar nooit boven de ruglijn. Het inkorten van de staart is naar keuze indien ingekort meer dan 1/3 de van de staart verwijderd, maar het is niet aangeraden om de staart te knippen. De lange goedbehaarde staart vormt immers een deel van de sierlijkheid en trots van dit hondje.

Gangwerk
Vrij gangwerk en elegant in beweging met veel stuwing vanuit de achterhand. De benen van voor en achter gezien beweging zich zoals bij iedere hond parallel.

Vacht
Lang, zijdeachtig (zijdezacht) haar, zonder krullen (recht). Een lichte golving is toegestaan en zelfs zeer mooi. Een overvloedige beharing en is geheel vrij van trimmen. Ook de oren en staart moeten weelderig behaard zijn.

Kleuren
black and tan, de zwarte kleur is glanzend, met mahonierode aftekening op neus, benen, borst, oorranden, onder de staart en als vlekjes boven de ogen. . Tricolour - witte ondergrond met goed verdeelde zwarte vlekken en met heldere tankleurige aftekening op wangen, oorranden, onder de staart en als vlekjes boven de ogen, er moet een brede witte bles zijn. Blenheim - witte ondergrond met goed verdeelde kastanjerode vlekken, brede witte bles met een heldere kastanjerode vlek midden op de bovenschedel. Ruby - eenkleurig kastanjerood.
De erkende kleuren zijn:

Blenheim
Stralend kastanjebruine aftekeningen goed verdeeld over een parelwitte ondergrond. De aftekeningen moeten goed verdeeld op het hoofd liggen, tussen de oren plaats biedend aan de zeer gewaardeerde ruitvormige aftekening of vlek (een karakteristiek kenmerk van deze variëteit).

Black and tan
Ravenzwart met bruine aftekeningen boven de ogen, op de wangen, binnenkant van de oren, borst en benen en aan de onderzijde van de staart. Het tan (rood-bruin) moet helder zijn. Witte aftekeningen zijn ongewenst.

Tricolour
Zwart en wit, goed verdeeld en gescheiden, met bruine aftekeningen boven de ogen, op de wangen, binnenkant oren, binnenkant benen en aan de onderkant van de staart.

Ruby
Geheel zuiver rood gekleurd. Witte aftekeningen zijn ongewenst.
Iedere andere kleur of combinatie van kleuren is ongewenst.

Gewicht en maat
Van 5,4 tot 8 kilo en tussen de 32-36 cm.
Sommigen preken van 4,5 tot 9 kg en 26 tot 34 cm lang.
Gewenst is een kleine evenwichtige hond met een gemiddeld gewicht.

Reu
Reuen moeten twee duidelijk normale testikels bezitten, volledig in het strotum afgedaald.

Elke afwijking van de voorgaande punten moeten als fout worden gezien in de zwaarte waarmee de fout aangerekend wordt, ze moet in verhouding staan tot zijn ernst.

Karakter
Deze hond is een vriendelijke, aanhankelijke huishond die vrolijk door het leven stapt.
Kinderen zijn voor hem speelkameraadjes en hij zal steeds in hun nabijheid vertoeven.
Het is een leergierig en pienter hondje met een uitgesproken wil om zijn baasje te plezieren.
Deze hondjes gehoorzamen gemakkelijk en zijn erg aanhankelijk. Ze doen alles voor een beloning. Deze hond heeft geen strenge baas nodig.
De meeste cavaliers kunnen goed opschieten met andere huisdieren in het gezin zoals dwergkonijnen en cavia’s. De cavalier stelt prijs op gezelschap van andere honden in het gezin of katten.
Deze hond hecht zich heel erg. Let dus op dat u hem of haar niet te aanhankelijk maakt. Het gevolg zou dan wel eens verlatingsangst kunnen zijn, waarbij ze gaan blaffen of vernielen.
Let erop als u een pup koopt dat deze niet angstig is.
Het zijn mentaal zeer gevoelige hondjes met een zacht karakter.
Ze hebben zoals elke hond een consequente opvoeding nodig.
Ze doen alles met plezier maar zijn soms eigenwijs. Ze kunnen wel eens in hun koppigheid volharden en daardoor weigeren om te komen als ze geroepen worden.
Een reu en een teef hebben hetzelfde karakter.
Ze zijn geen goede wakers en gedragen zich vaak deemoedig t.o.v. andere honden en mensen.
Een cavalier is een allemansvriendje en vertoeft graag bij je op schoot.
Hij loopt heel graag buiten, in het bos waar heel veel geurtjes hem bekoren kunnen.
Hij houdt van water en is onvermoeibaar.
Ze zijn niet agressief en perfect gelukkig als ze samen met hun baasje voor tv of kachel kunnen vertoeven.
Een cavalier geeft je al de liefde die ze bezitten.

Rustig, beheerst, zeer lief. De Cavalier King Charles, die een echte kindervriend is, past zich overal perfect aan; appartement, flat, tuin of geen tuin, oud of jong… niets is dit vrolijke koningspareltje vreemd. Het succes van deze aanhankelijke hond is natuurlijk de gemakkelijkheid waarmee hij zich bijvoorbeeld aan het stadsleven aanpast. Hij kan zich uren op een sofa vleien bij regenweer, dit zonder storend te zijn.
Anderzijds kan je ook uren met hem spelen.

F.C.I.
Op 22 mei 1911 werd de Fédération Cynologique Internationale (F.C.I.) opgericht. Dit was het resultaat van de wens om internationale samenwerking van een vijftal landen te bewerkstelligen, te weten: België (Société Royale Saint-Hubert), Duitsland (Kartell für das Deutsche Hundewesen und Die Delegierten Kommission), Frankrijk (Société Centrale Canine de France), Nederland (Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland) en Oostenrijk (österreichischer Kynologenverband). De doelstelling was om de kynologie en rashonden op alle mogelijke en noodzakelijke manieren te promoten en te beschermen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog verdween de F.C.I., waarna zij in 1921 door de Société Centrale Canine de France en de Société Royale Saint-Hubert weer werd heropgericht. De organisatie is niet gebaseerd op het maken van winst.
Inmiddels zijn ongeveer tachtig landen binnen en buiten Europa hierbij aangesloten.
De F.C.I. erkent 337 hondenrassen, waarbij elk ras 'eigendom' is van een bepaald land. Een dergelijk land is verantwoordelijk voor het schrijven en eventueel aanpassen van de rasstandaard. Dit gebeurt in samenwerking met de 'The Standards and Scientific Commissions of the F.C.I.'. De F.C.I. houdt de rasstandaards up to date.
De keurmeesters baseren hun keuringen op shows op deze rasstandaards.
De aangesloten landen organiseren internationale shows en werkproeven.
Een land kan volledig lid zijn. Dan is de nationale hondenvereniging volledig erkend door de F.C.I. Een geassocieerd lid heeft speciale afspraken met de F.C.I. gemaakt. Tot slot kent de F.C.I. de contract partners. Deze landen hebben ook speciale afspraken gemaakt, maar zitten in een soort van proeftijd alvorens geassocieerd lid te kunnen worden.
Er is een internationale bescherming van kennelnamen. De internationale showagenda wordt bijgehouden. De F.C.I. geeft een tijdschrift uit in vier talen (Frans, Engels, Duits en Spaans). De F.C.I. geeft geen stambomen uit, dit is de taak van de nationale hondenverenigingen, die door de F.C.I. erkend zijn. Ook houdt zij geen adressen van fokkers bij.

Show
De rassandaard is als het ware een ideaalbeeld waar de honden van het betreffende ras aan zouden moeten voldoen. Bij sommige rassen worden honden gefokt die praktisch aan dit ideaal beantwoorden. Andere rassen hebben nog een lange weg te gaan. Van elk ras ik ook een lijst met rasfouten samengesteld. Dit kunnen zware uitsluitingsfouten zijn, waardoor een hond van de fok wordt uitgesloten. De toegestane fouten zijn niet bijzonder zwaar, maar kosten wel punten bij een keuring.

Fokken
Ook voor de fok is de rassatandaard een belangrijke leidraad. De meeste fokkers gaan met hun honden naar shows. Op een show komt men al gauw te weten wat de plus- en minpunten zijn van de honden. Bi het uitkiezen van een partner voor een dekking wordt hier veelal terdege rekening mee gehouden.

Rasstandaard van de Cavalier King Charles spaniël
F.C.I.-standaard Nr. 136 / 06. 04. 1998
Land van herkomst: Groot Brittannië
Datum van publicatie: 24.06.1987
Gebruik: Gezelschapsdier
F.C.I. classificatie: Groep 9, gezelschapsdieren, sectie 7, Engelse toy spaniëls. Zonder werkproef.

De Cavalier King Charles Spaniël over de hele wereld

Cavalier King Charles Spaniël
in een Sephia kleur
Over de gezondheid van ons geliefd ras zijn er de laatste tijd nogal wat speculaties. Sommige internetsites beweren dat maar liefst 50% van de cavaliers aan een hartziekte zou lijden.

Om meer klaarheid te hebben omtrent de huidige toestand van het ras, en meer bepaald omtrent de belangrijkste ziektes hebben we met de fokkersgroep een wereld populatieonderzoek gelanceerd. Het onderzoek werd een zeer groot succes. Meer dan 1.200 Cavaliers van over gans de wereld werden in het onderzoek opgenomen.

Van zodra de kaap van ongeveer 500 honden bereikt was, veranderden de gemiddelde cijfers nog nauwelijks. Dat wil zeggen dat we met meer dan 1.200 honden zeer betrouwbare statistische cijfers hebben. De inzendingen kwamen uit meer dan 20 verschillende landen. Koplopers waren België, Nederland, Engeland, USA, Frankrijk, Australië, Finland en Denemarken.

Meer dan 66% van de gegevens zijn afkomstig van particuliere eigenaars, de andere gegevens zijn afkomstig van fokkers.

Het zal wellicht niemand verbazen dat 44% van de honden Blenheim zijn, gevolgd door 31% tricolor, 14% Black & Tan en 11% Ruby’s.

Er was geen verschil in gemiddeld gewicht tussen de honden van particulieren en van deze van de fokkers. Het gemiddeld gewicht van een reu is 9.2 kg en van een teef 8.4 kg.

Wat de kleurmarkeringen betreft zijn er geen grote verrassingen. Enkele opmerkelijke cijfers zijn dat 52% van de Blenheims & Tricolors geen beautyspot hebben, 40 % van de Ruby’s en Black & Tans hebben witte aftekeningen, 30 % van de honden zijn mantelhond en 40% van de honden hebben wit in de ogen.

Een van de belangrijkste redenen van het onderzoek was een beeld te hebben van de gezondheidstoestand van de Cavaliers. Aangezien we niet met dierenartsen te doen hebben, werden de vragen zeer eenvoudig gehouden. Zo werd bijvoorbeeld gevraagd of de dierenarts een hartprobleem bij de hond heeft vastgesteld en zo ja of de hond medicatie voor dat probleem neemt. Dezelfde vraag werd gesteld in verband met oogproblemen, knietjes en Syringomyelia.

Laten we beginnen met de hartproblemen. In totaal heeft 14.9% van de populatie een of ander hartprobleem. Slechts 5.9% van de populatie neemt medicatie voor het hart. We noteerden dat het hartprobleem vooral bij oudere hondjes voorkomt. Zo heeft slechts 5.3% van de honden jonger dan 8 jaar een hartprobleem. We zijn ook eens de hartpatiënten gaan toetsen op overgewicht. Alhoewel voor honden geen BMI (Body Mass Index) bestaat zoals bij de mensen, hebben we toch dezelfde formule als voor de mensen toegepast op de populatie. We merkten op dat meer dan 55% van de honden met een hartprobleem ver boven de gemiddelde BMI van de populatie liggen.

Oog en knieproblemen komen minder voor maar wel op jongere leeftijd. Ongeveer 4.8% van de populatie heeft te kampen met een oogprobleem en 5.1% heeft een probleem met de knietjes (patella). De gemiddelde leeftijd is respectievelijk 6.3 jaar en 4.1 jaar.

In totaal heeft 3.9 % van de eigenaars gemeld dat hun hondje Syringomyelia heeft en 2.2% neemt medicatie.

We kunnen besluiten dat er, net zoals in alle andere rassen, problemen met gezondheid zijn, maar dat deze heel wat minder ernstig zijn dan dat sommige beweren. Ik las onlangs op een internet site dat maar liefst 50% van de Cavaliers een hartprobleem heeft ! Waar halen die mensen dergelijke cijfers ?

In Frankrijk en Engeland werd onlangs een hart onderzoek gedaan op een kleinere populatie dan deze in ons onderzoek. Merkwaardig is vast te stellen dat cijfers van deze onderzoeken volledig in de lijn van ons onderzoek liggen.

Het was geen verrassing te lezen dat 67% van de honden hoofdzakelijk droogvoer krijgt, terwijl slechts 18% van de populatie op rauw vlees leeft. De meeste honden krijgen 2 maaltijden per dag.

Het gemiddeld aantal pupjes per nest is 4.1 en het gemiddeld aantal nesten per teef bedraagt 4.06. Deze cijfers zijn wel berekend op teven ouder dan 4 jaar.

Het onderzoek heeft ook uitgewezen dat de Cavalier een vrije en vrolijk hondje is zonder enige vorm van agressie of nervositeit. Meer dan 78% van de honden heeft geen probleem met andere honden en 86% heeft geen enkel probleem met vreemde mensen. Sommige (25%) honden blaffen naar vreemde geluiden, maar 66% heeft dar hoegenaamd geen probleem mee.

Nog enkele diverse cijfers uit het onderzoek :

71 % van de honden heeft een schaargebit, de gemiddelde neuslengte is 40.6 mm en de gemiddelde schofthoogte van de reuen is 33.4 cm en van de teven 31.6 cm.

78,3 % van de populatie heeft een stamboom (70% bij particulieren en 93% bij fokkers)

De gemiddelde particulier heeft 1.5 cavaliertjes, terwijl de gemiddelde fokker 5.7 hondjes bezit. Wat ook opvalt is dat het gewicht van de hondjes stijgt met de leeftijd.

Cavaliertjes van 3 à 4 jaar wegen gemiddeld 8 kg terwijl een hondje van 9 à 10 jaar gemiddeld 10 kg weegt!

Op reis met uw Cavalier King Charles Spaniël

Dierenpaspoort
Vanaf 1 juli 2004 dienen honden, katten en fretten die met hun baasje mee op reis gaan, te beschikken over een Europees dierenpaspoort. Het model van dit paspoort werd vastgesteld in de Europese wetgeving. Het paspoort wordt uitgereikt door de dierenarts en bevat alle informatie over de gezondheidstoestand van het dier en over de verplichte hondsdolheidvaccinaties. Ook andere vaccinaties kunnen vermeld worden.

Alleen honden, katten en fretten die geïdentificeerd zijn met een microchip of die een leesbaar tatoeagenummer hebben, mogen een paspoort krijgen. Bij dieren die nog geen identificatie hebben moet de dierenarts eerst een microchip inplanten.

De pas zelf zou om en bij de 5 Euro kosten.

Vakantie
Wat neem je best mee in je hondenreiskoffertje

Zorg er voor dat je hond niet enkel een tatoeage heeft die vaak na een tijd onleesbaar wordt maar overweeg in elk geval een microchip.

Voorzie voor je hond een kokertje met naam, thuis- en vakantieadres, gsm- en telefoonnummer.

Neem een recente foto mee, dit is altijd handig als je je hond kwijtraakt.

Neem je een reisverzekering kijk dan of je hond hier ook in opgenomen is.

Hondenvoer en eventueel blikopenener, eet- en drinkbak.

Een fles waarmee je water in zijn mond kan spuiten.

Maak steeds gebruik van mineraalwater voor je hond op vakantie. Niet alle water is overal gezond.

Snoepjes, kluiven en zijn vertrouwde speeltje.

Zijn mand, dekentje en eventueel fietsmandje.

Toiletspullen: kam, borstel, vochtige wegwerpwashandjes.

Handdoeken en shampoo.

Een honden-EHBO met tekenpincet en schaartje.

Poepzakjes.

Zijn gewone leiband, en eventueel een lange oprolbare leiband.

Eventuele medicijnen en antivlooienmiddel.

Vaccinatieboekje en een kopie van de vereiste certificaten, identificatiepapieren en chipnummer.

Voor al deze aandoeningen is het beste onmiddellijk contact op te nemen met uw dierenarts.

Opvoeding van uw puppy hond

De opvoeding van je pup, begint van zodra je met hem thuiskomt. Of eigenlijk al lang voordien, zeg maar vanaf wanneer hij geboren wordt.
Je doet er goed aan om op voorhand een lijstje op te maken met je eigen huisregels. Daarin bepaal je wat je hem zult toestaan en wat taboe zal zijn voor hem.
U houdt zich aan deze huisregels, vanaf de eerste minuut! Zul je hem toestaan om in je zetel te liggen? Mag hij de slaapkamers betreden? Dat moet je allemaal voor jezelf uitmaken voor de pup er is.

Zorg er voor dat je de kleine pup niet telkens moet bestraffen. Mag hij niet in de slaapkamer, doe dan de deur dicht! Wil je niet dat er op je mooie tapijt geplast wordt? Rol het op en leg het een paar weken op zolder! Als je voortdurend 'FOEI' staat te roepen, denkt je pup dat zijn naam 'foei' is!

Moedig hem aan om gewenst gedrag te vertonen, als hij flink is, beloon je hem ook daarvoor. Dat hoef je heus niet altijd met een koekje te doen. Een prijzend woord of een aai over zijn kopje is vaak al voldoende. In het begin is het aangeraden om toch met een koekje te belonen als hij echt niet afkomt bijvoorbeeld maar bouw dit ritueel dan langzaam af en ga over naar een aai over de hond.

Gezien de Cavalier King Charles Spaniël een leergierig en slim hondje is, verloopt de opvoeding met weinig of geen problemen. U hoeft er niet perse mee naar een hondenschool. Enkel als de pup echt onhandelbaar is, nooit luistert of baas wil maken en er geen enkel verbod helpt dan is het aangeraden om naar de hondenschool te gaan. Dit gebeurd maar zelden maar vergeet niet dat de Cavalier King Charles Spaniël een jachthond is en er kan best wat karakter in je hondje zitten.

ZINDELIJKHEID
Daar sta je dan, met je nieuwe pup knusjes in je armen. Je draagt hem als een bruid over de drempel van je huis en je zet hem neer op de grond. Hij loopt prompt naar het Perzisch tapijt en doet er een plasje op. Wat nu? Je wil hem niet direct bestraffen, hij is er nog maar net. Bovendien is dat ene plasje op je mooie tapijt nu niet zo’n ramp.

Mis! Je maakt veel kans, dat hij vanaf nu telkens op die plaats teruggaat.
Dit is een voorbeeld van een situatie die wekenlang nare gevolgen kan hebben en die gemakkelijk vermeden kan worden.

Als mens wordt je verondersteld, slimmer te zijn dan je pupje Je moet proberen om ongewenst gedrag te vermijden. Probeer je in de plaats van je hondje te stellen, hij heeft net zijn eerste autorit achter de rug, die heeft misschien wel lang geduurd. Het is logisch dat hij zal plassen van zodra je hem op de grond zet. Zorg je ervoor dat hij in de mogelijkheid verkeert om dat te doen op de plaats waar jij het wil, dan zal hij in de komende dagen ook naar die plaats toe gaan om zijn behoefte te doen. Ga bijvoorbeeld na de autorit eerst naar zijn grasperkje waar hij eerst zijn behoefte moet doen om daarna binnen in de huiskamer te mogen vertoeven.

Gedurende de eerste weken, moet je hem goed in de gaten houden. Telkens hij gegeten, geslapen of gespeeld heeft, pak je hem op en zet je hem terug neer op de plaats waar hij verondersteld wordt zijn behoefte te doen. Je prijst hem uitvoerig als hij doet wat je van hem verlangt. Betrap je hem terwijl hij in huis een plasje of een hoopje legt, dan kan je hem kort berispen, oppakken en terug neerzetten op de plaats waar jij wilt dat hij het doet. Vind je 'plasjes' en 'kakjes' in huis, dan ga je hem daar niet meer voor bestraffen. Een hond kan zich niet herinneren aan wat hij een tijd geleden gedaan heeft. Hij zal dus ook niet begrijpen waarom hij nu bestraft wordt. Dat komt jullie verhouding niet ten goede!

BENCH
Het gebruik van een draadkooitje (bench), wordt soms aanzien als een wreedheid tegenover een hond. Niets is minder waar. Op voorwaarde dat je er op de juiste manier gebruik van maakt! De bench mag nooit gebruikt worden om te hond in op te sluiten, nadat je hem bestraft hebt! Voor je cavaliertje moet het kooitje zijn toevluchtsoord, zijn warme nestje, zijn rustig en veilig slaapplaatsje betekenen.

Best zorg je ervoor dat het kooitje reeds helemaal klaar is en op de juiste plaats opgesteld staat, als je met je pupje thuiskomt. Na al de opwinding van het kennismaken met zijn nieuwe omgeving, is het de juiste moment om hem erin te leggen voor zijn noodzakelijke dutje. Als je ziet dat hij wegdommelt, doe je het deurtje dicht Zo gauw hij wakker wordt, haal je hem eruit en laat je hem zijn plasje doen. Je laat het kooitje altijd open staan. Je maakt veel kans dat hij er helemaal uit zichzelf terug gaat in liggen

Doet hij dat niet, dan leg je hem er zelf in, als je ziet dat hij moe wordt. Terwijl hij slaapt, kan je het deurtje dicht doen. Je weet dan zeker dat er hem niets kan overkomen, terwijl je zelf met iets anders bezig bent.

Ook 's nachts moet je hem daar veilig opgeborgen. Zo gaat uw hond niet aan uw meubilair zitten knagen als je gaan slapen bent. Bovendien gaat een hond op die manier snel 'proper' worden. Instinctief bevuilt hij zijn eigen nest niet. Hij zal, zo gauw hij zijn ontlastingsspieren voldoende onder controle heeft, alles ophouden tot hij eruit mag. Daar ga je natuurlijk geen 'misbruik' van maken! Het betekent niet dat je hem overdag uren na mekaar in het kooitje kan opsluiten zodat je er de rest van dag niet naar hoeft om te kijken!

SPEELGOED
Bij een bezoek aan je supermarkt of aan een dierenspeciaalzaak wordt je overdonderd door het aanbod van speelgoed voor je huisdier. Niet alles wat verkocht wordt is echter veilig genoeg om aan je pup te geven. Er zijn zelfs ronduit gevaarlijke speeltjes te koop. Het is eigenlijk een kwestie van het gezond verstand een beetje te laten spreken.
Je koopt best geen slappe speeltjes met een pieper in. Je hondje zal steeds de neiging hebben om de lawaaimaker te verscheuren en op te eten, met alle gevolgen van dien...

Als je een pop of beestje koopt, moeten ze vervaardigd zijn uit sterke kunststof of uit touw. Er mogen geen oren, neuzen of ogen aan bevestigd zijn die je hondje kan afbijten en inslikken.
Je moet ook erg oppassen met te kleine balletjes, die kunnen in de keel blijven steken!
Met een stok gooien, kan onder bepaalde omstandigheden gevaarlijk zijn, doe het liever met een stevig rubberen balletje (groot genoeg) of speeltje. Ook zo’n sjortouw kan leuk zijn voor een apporteerspelletje.

Je mag uw Cavaliertje niet te vroeg laten trekken aan zo'n touw. Hij moet minstens een jaar oud zijn voor dat soort spelletjes. Eerst moet hij wisselen en daarna moet zijn gebit de kans krijgen om stevig te worden. Begin je te vroeg, kunnen er gebitsafwijkingen ontstaan. Laat hem er desnoods zelf mee spelen en ga niet aan zijn touwspeeltje trekken. Laat je hondje niet aan houten speeltjes of stokken knabbelen! Er kunnen splinters loskomen die blijven steken in de keel of in de slokdarm.

Een buffelbeen of vel of een kalfshoefje is wel een alternatief en het zou hun tandjes properder houden. Als u pup bijvoorbeeld zeer bijtgraag en dit toepast op aan uw handen of uw meubilair geef hem een buffelbeen als alternatief. Telkens hij aan uw handen wil bijten duw hem zo'n been onder zijn snuit en laat hem daarop bijten. Het enige nadeel van zo'n bijtkluif is dat er vaak vieze resten in de oren blijven kleven. Die kan je moeilijk verwijderen zonder de lange haren te beschadigen. Maar het blijft een waardig alternatief als speeltje of iets waarop hij zijn tandjes kan op botvieren zonder er voor bestraft te worden. Let op er zijn veel kluiven waar er kleurstoffen en smaakstoffen in zitten. Vermijd dit want, net zoals bij mensen, zijn kleurstoffen en smaakstoffen niet gezond voor uw hond. Ze kunnen zelfs agressiever worden door deze stoffen. Een buffelvel en kalfshoefjes bevatten geen smaak of kleurstoffen en zijn dus veilig voor uw hond. U hoeft zich zelfs geen zorgen te maken als de hond na het kauwen het restje buffelvel volledig heeft ingeslikt. Dit soort producten smelten in de maag van de hond.

LEIBAND
Als je je pup bij de fokker ophaalt op de leeftijd van acht weken, zal hij waarschijnlijk nog niet geleerd hebben om aan een leibandje met je mee te lopen. Sommige hondjes doe je voor het eerst een halsband met leiband om en ze lopen onmiddellijk met je mee. Bij anderen gaat het iets moeilijker.

We beginnen bij het begin en we laten onze pup eerst aan het halsbandje wennen. Als hij hevig protesteert, kan je proberen om hem het halsbandje om te doen, net voor hij gaat eten. Dan is hij danig afgeleid, dat je kans maakt dat hij even vergeet dat hij dat nare ding om zijn hals heeft.

Eens hij niet meer reageert op het omdoen van een halsband, maak je de leiband eraan vast. Je probeert zodanig naast hem te stappen met de leiband in je hand, dat hij eerst nog niet merkt dat hij vastligt. Je oefent eerst een beetje op vertrouwd terrein, vooraleer je met hem de straat opgaat.

Sommige cavaliertjes die plat op hun buik blijven liggen en weigeren ook maar één poot te verzetten van zo dra ze aan de leiband rond hun hals hebben. Geduld is hier de boodschap. Dwing je hondje niet. Pak hem op en draag hem met je mee. Op een bepaald moment gebeurt er eens iets dat voor je pup zo interessant is, dat hij de hele toestand rond zijn hals vergeet en toch flink met je mee gaat stappen.

Koop het juiste halsbandje, gebruik in geen geval een slipketting en zeker niet met een prikband in! Die brengt zware schade toe aan de mooie lange haren in de nek en is niet leuk voor zo'n klein hondje u zou toch nog willen dat uw cavaliertje leeft of niet? Deze kettingen zijn enkel van toepassing op grote honden die veel kracht bezitten! Niet voor kleine hondjes.
Gebruik een gewone leiband als u over straat of drukke plaatsen gaat wandelen. Als je bijvoorbeeld in het bos gaat wandelen, wat uw hondje zeer leuk zal vinden, kun je hem bijvoorbeeld een leiband omdoen die kan uitrollen tot bijvoorbeeld 50 meter. Zo heef je uw hondje wat vrijheid om te snuffelen en te lopen. Let op! doe dit enkel waar uw hond geen gevaar loopt voor bijvoorbeeld voertuigen. Wanneer er wandelaars uw pad kruisen is het aangeraden om uw hondje te roepen en de leiband korter te houden zodat uw hondje naast u loopt.

Sommige baasjes geven een stevige ruk aan de leiband als hun hondje niet willen volgen maar volgens een Zweeds onderzoek kan dit ernstige gevolgen hebben voor de hals en rugwervels van uw hond. Het onderzoek wees uit dat meer dan zes op de tien honden rugproblemen hebben doordat hun baasje de hond straft met een ruk aan de leiband als ze even niet netjes volgen. Baasjes denken dat hun hond luistert na een ruk, maar eigenlijk vermijdt hij gewoon een pijnlijk gevoel. Meer over dit onderzoek kunt u lezen op: Snokken aan leiband beschadigt nekwervels van hond.

Om als baasje te leren hoe je op een juiste manier gaat wandelen met uw hondje lees je best het voorbeeld uit de praktijk onderaan deze pagina: 6. Gaan wandelen.

GEHOORZAAMHEID
Je kan je pup alle basisbevelen, zoals 'kom', 'zit', 'lig' en 'volg', gemakkelijk zelf aanleren. Maar als je nog niet zo ervaren bent, kan je een paar lessen volgen op een goede hondenschool. Neem vooraf eens een kijkje, zonder dat je uw hondje meeneemt. Daar kan je al veel uit leren. Hoe gaan ze met de hondjes om? Je cavalier verdraagt geen harde aanpak!

Misschien, vinden jullie het les volgen heel plezierig. Als je merkt dat zowel jij als je hondje plezier beleven aan het uitvoeren van de oefeningen, kan je verder gaan. Daar kunnen de mensen van de hondenschool je uitvoerig over inlichten.

DE RANGORDE
Alle honden stammen af van hun voorvaders de wolven. Net zoals wolven hebben honden een duidelijke rangorde binnen hun roedel (kleine groep). Nu zijn wij, 'het gezin', de 'roedel'. Hierbij moeten we de hond duidelijk maken dat wij de Alpha zijn (de leider zeg maar) en de hond Omega (de laagste in rang). Deze rangorde moet ten allen tijde gehandhaafd worden. De hond mag niet de leider worden van uw gezin want dat bent u. In een roedel zijn alle honden onderdanig aan de leider. Dit is tussen honden onderling zo en zo zou het ook moeten zijn binnen het gezin. Ouders en kinderen gaan voor op de hond want die komt immers op de laatste plaats. Het is soms hard om je hond als laatste te plaatsen, maar weet dat je de hond daarmee zeker niet straft. Zo zal je de hond betere manieren leren en hij zal sneller luisteren naar u. De hond vindt een rangorde immers het normaalste van de wereld. Hou er ook rekening mee dat de hond ten allen tijde de leider zal testen en beoordelen om zo de leiding te nemen als jij het niet doet of niet consequent optreed bij foutief gedrag.

Een aantal voorbeelden uit de praktijk om de leider te spelen ten opzichte van de hond:

1. Het gezin eet altijd eerst, daarna de hond als we allemaal klaar zijn met eten. Net voor het geven van het eten is het wenselijk om hem te leren zitten, een pootje te geven of nieuwe trucjes bij te leren. Hij moet toch een beetje werken om zijn beloning (eten) te verdienen.

2. Jij gaat als eerste door de deur en de hond als laatste. Om dit aan te leren wacht je best aan de deur tot de hond rustig is, dan geef je desnoods het commando 'wachten'. Pas als je als eerste door de deur gaat geef je het commando 'ja' of 'komen'. Geef hem een beloning in de vorm van korrels als hij dit goed heeft gedaan.

3. Spelen. Jij bepaalt wanneer er gespeeld wordt en wanneer het spel stopt. Ga niet in op een hond die komt aangelopen met zijn speeltje om te ravotten. Kom zelf af met een speeltje op een verrassend moment. Ben consequent in het stoppen van het spel. Een paar minuten tot 5 minuten is meer dan voldoende.

4. De hond moet ten allen tijde naar u toe komen als u hem roept met zijn naam + eventueel het commando 'kom'. Het is cruciaal om de hond te leren afkomen als je hem roept. Doet hij dit niet betekend dit dat de hond gewoon zijn goesting doet en zich boven u plaatst. Leer hem naar u toe komen door hem te belonen als hij dit op een correcte manier doet. Herhaal dit leerproces meerdere malen en bouw het belonen met korreltjes af door het te vervangen door de hond te aaien.

5. De bel gaat, bezoek! De meeste honden reageren als de bel gaat met fel geblaf. En als de bezoekers binnen komen wordt er gesprongen en zot gedaan. Het belangrijkste is dat het bezoek rustig verloopt zonder opspringen. Hier speelt de rangorde terug een grote rol. Vertel uw bezoekers om de hond in het begin te negeren of te straffen als de hond maar niet ophoud, tot hij bedaard is. Pas later kunnen de gasten uw hond aaien. De hond wordt zo ontmoedigd om nog tegen iemand aan te springen. Zo zal u na een tijdje een rustige hond hebben als er bezoek is.

6. Gaan wandelen. Kent u het gezegde: 'De hond die met zijn baasje is gaan wandelen'. Dit mag dus niet gebeuren. Als u gaat wandelen bent u de baas. Als de hond aan de leiband trekt wil dit zeggen dat hij de leider wil spelen in het wandelen. Dit moet worden afgestraft door bijvoorbeeld niet meer verder te wandelen tot hij met een commando als 'bij', 'hier' of 'naast' terug naast uw been staat of zit. Dan pas mag je verder met het commando 'volg'. Ga zeker geen snok geven aan uw hond want dit kan erge rug-letsels tot gevolg hebben voor de rest van zijn leven. Herhaal deze procedure telkens hij aan de leiband trekt. Beloon desnoods als hij dit goed doet maar bouw dit af zodat hij na verloop van tijd mooi naast u loopt zonder dat hij daarvoor telkens een snoepje moet krijgen. Blaft hij op andere honden of mensen dan straf je hem met 'stil' daarna beloon je hem als hij dit commando goed heeft opgevolgd. Leer hem ook om niet tegen andere mensen aan te springen als je iemand tegen komt. Leer hem rustig naast u te zitten in stilte zodat u in staat bent een gesprek aan te gaan met die persoon. Beloon hem achteraf.

Verwante informatie:
Zoek hier naar een originele puppy-naam.

Rasverenigingen Cavalier King Charles Spaniël

Hieronder vindt je aantal Vlaamse en Nederlandse fokkers met een eigen stamboom.

Always Shining Star (Hombeek)
Best B'Havin (Lubbeek)
Colours of Wales website  / Colours of Wales blog (Maldegem)
Flanders Crown (Roeselare)
Kingdom Come (Menen)
Maesllyn (Oudenaarde)
Mistery's (Nederland)
Rolani's Queen (Gent-Brugge)
Spirit of Chivalry (Wemmel)
The Glory of Jocha's (Drogenbos)
Vagevuur (Brasschaat)

Sport en dogshows voor de Cavalier King Charles Spaniël

Klassen
Op een show worden de Cavaliers verdeeld in 7 verschillende klassen volgens hun leeftijd en geslacht.
Baby klas
4 - 6 maand
Puppy klas
6 - 9 maand
Jeugdklas
9 - 18 maand
Tussen klas
15 - 24 maand
Open klas
15 maand en ouder
Kampioen klas
Honden met een nationale of internationale FCI kampioen titel
Veteranen klas
6 jaar en ouder

PlaatsingDe keurder plaats meestal de eerste 4 honden in elke klas.
Naast een eventuele plaatsing ontvangt elke hond een kwalificatie.
In totaal zijn er 4 soorten kwalificaties
Uitmuntend (U)
Voor de honden die zeer goed beantwoorden aan de rasstandaard.
Zeer goed (ZG)
Voor honden met iets meer kleine foutjes
Goed (G)
Voor honden die iets meer van de rasstandaard afwijken
Matig (M)
De laagste kwalificatie



Naast de individuele plaatsing en kwalificatie worden op de meeste shows kampioenschap certificaten uitgereikt.
Er bestaan 2 soorten certificaten.


Certificat d'Aptitude au Championnat National (CAC)
Dit certificaat wordt toegekend aan de beste reu en de beste teef uit de tussen-,open- of kampioenklas op voorwaarde dat deze de kwalificatie "uitmuntend" behaald hebben.

Certificat d'Aptitude au Championnat International de Beauté (CACIB)
Dit certificaat wordt uitgereikt door het FCI (Fédération Cynoloqique Internationale) aan de beste reu en de beste teef uit de tussen-,open- of kampioenklas op voorwaarde dat deze de kwalificatie "uitmuntend" behaald hebben.

Naast een CAC en CACIB certificaat worden er ook een RCAC en RCACIB certificaat uitgereikt (R staat voor Reserve)

De beste reu en de beste teef komen samen in de ring om te strijden voor de titel BOB (Best of Breed) wat staat voor Beste van het Ras.
De Cavalier die de BOB behaalt heeft, mag daarna in de erering om samen met de beste van de andere rassen.
Op een Belgische rashondententoonstelling worden de rassen verdeeld in 10 groepen. De Cavalier behoort tot de GROEP 9 (Gezelschapshonden)
In enkel groep wordt een BOG gekozen (Best of Group), wat betekent beste van de groep.
Uiteindelijk komen de 10 BOG winnaars in de erering om te strijden voor de BIS titel (Best in Show) wat staat voor beste hond van de tentoonstelling.


Over de gezondheid van ons geliefd ras zijn er de laatste tijd nogal wat speculaties. Sommige internetsites beweren dat maar liefst 50% van de cavaliers aan een hartziekte zou lijden.

Om meer klaarheid te hebben omtrent de huidige toestand van het ras, en meer bepaald omtrent de belangrijkste ziektes hebben we met de fokkersgroep een wereld populatieonderzoek gelanceerd. Het onderzoek werd een zeer groot succes. Meer dan 1.200 Cavaliers van over gans de wereld werden in het onderzoek opgenomen.

Van zodra de kaap van ongeveer 500 honden bereikt was, veranderden de gemiddelde cijfers nog nauwelijks. Dat wil zeggen dat we met meer dan 1.200 honden zeer betrouwbare statistische cijfers hebben. De inzendingen kwamen uit meer dan 20 verschillende landen. Koplopers waren België, Nederland, Engeland, USA, Frankrijk, Australië, Finland en Denemarken.

Meer dan 66% van de gegevens zijn afkomstig van particuliere eigenaars, de andere gegevens zijn afkomstig van fokkers.

Het zal wellicht niemand verbazen dat 44% van de honden Blenheim zijn, gevolgd door 31% tricolor, 14% Black & tan en 11% Ruby’s.

Er was geen verschil in gemiddeld gewicht tussen de honden van particulieren en van deze van de fokkers. Het gemiddeld gewicht van een reu is 9.2 kg en van een teef 8.4 kg.

Wat de kleurmarkeringen betreft zijn er geen grote verrassingen. Enkele opmerkelijke cijfers zijn dat 52% van de Blenheims & Tricolors geen beautyspot hebben, 40 % van de Ruby’s en Black & tans hebben witte aftekeningen, 30 % van de honden zijn mantelhond en 40% van de honden hebben wit in de ogen.

Een van de belangrijkste redenen van het onderzoek was een beeld te hebben van de gezondheidstoestand van de Cavaliers. Aangezien we niet met dierenartsen te doen hebben, werden de vragen zeer eenvoudig gehouden. Zo werd bijvoorbeeld gevraagd of de dierenarts een hartprobleem bij de hond heeft vastgesteld en zo ja of de hond medicatie voor dat probleem neemt. Dezelfde vraag werd gesteld ivm oogproblemen, knietjes en Syringomyelia.

Laten we beginnen met de hartproblemen. In totaal heeft 14.9% van de populatie een of ander hartprobleem. Slechts 5.9% van de populatie neemt medicatie voor het hart. We noteerden dat het hartprobleem vooral bij oudere hondjes voorkomt. Zo heeft slechts 5.3% van de honden jonger dan 8 jaar een hartprobleem. We zijn ook eens de hartpatiënten gaan toetsen op overgewicht. Alhoewel voor honden geen BMI (Body Mass Index) bestaat zoals bij de mensen, hebben we toch dezelfde formule als voor de mensen toegepast op de populatie. We merkten op dat meer dan 55% van de honden met een hartprobleem ver boven de gemiddelde BMI van de populatie liggen.

Oog en knieproblemen komen minder voor maar wel op jongere leeftijd. Ongeveer 4.8% van de populatie heeft te kampen met een oogprobleem en 5.1% heeft een probleem met de knietjes (patella). De gemiddelde leeftijd is respectievelijk 6.3 jaar en 4.1 jaar.

In totaal heeft 3.9 % van de eigenaars gemeld dat hun hondje Syringomyelia heeft en 2.2% neemt medicatie.

We kunnen besluiten dat er, net zoals in alle andere rassen, problemen met gezondheid zijn, maar dat deze heel wat minder ernstig zijn dan dat sommige beweren. Ik las onlangs op een internet site dat maar liefst 50% van de Cavaliers een hartprobleem heeft ! Waar halen die mensen dergelijke cijfers ?

In Frankrijk en Engeland werd onlangs een hart onderzoek gedaan op een kleinere populatie dan deze in ons onderzoek. Merkwaardig is vast te stellen dat cijfers van deze onderzoeken volledig in de lijn van ons onderzoek liggen.

Het was geen verrassing te lezen dat 67% van de honden hoofdzakelijk droogvoer krijgt, terwijl slechts 18% van de populatie op rauw vlees leeft. De meeste honden krijgen 2 maaltijden per dag.

Het gemiddeld aantal pupjes per nest is 4.1 en het gemiddeld aantal nesten per teef bedraagt 4.06. Deze cijfers zijn wel berekend op teven ouder dan 4 jaar.

Het onderzoek heeft ook uitgewezen dat de Cavalier een vrije en vrolijk hondje is zonder enige vorm van agressie of nervositeit. Meer dan 78% van de honden heeft geen probleem met andere honden en 86% heeft geen enkel probleem met vreemde mensen. Sommige (25%) honden blaffen naar vreemde geluiden, maar 66% heeft dar hoegenaamd geen probleem mee.

Nog enkele diverse cijfers uit het onderzoek:
71 % van de honden heeft een schaargebit, de gemiddelde neuslengte is 40.6 mm en de gemiddelde schofthoogte van de reuen is 33.4 cm en van de teven 31.6 cm.
78,3 % van de populatie heeft een stamboom (70% bij particulieren en 93% bij fokkers)
De gemiddelde particulier heeft 1.5 cavaliertjes, terwijl de gemiddelde fokker 5.7 hondjes bezit. Wat ook opvalt is dat het gewicht van de hondjes stijgt met de leeftijd.
Cavaliertjes van 3 à 4 jaar wegen gemiddeld 8 kg terwijl een hondje van 9 à 10 jaar gemiddeld 10 kg weegt !

Hoe wordt een hond BELGISCH KAMPIOEN?
Om Belgisch kampioen te worden moet een hond 4 CAC's behalen, waarvan één behaald op een CACIB tentoonstelling,
onder 3 verschillende keurmeesters met een vereiste periode van een jaar tussen de éérste en de laatste behaalde CAC.

De CAC behaald op de tentoonstelling, ingericht door de K.M.S.H. ( Brussel), telt dubbel.

Uitslagen en dogshows Cavalier King Charles Spaniël

De kalender van alle Dogshows in België en Nederland kunt u op onderstaande website teruvinden.
www.kmsh.be

Verzorging Cavalier King Charles Spaniël

Dagelijkse verzorging
Een dagelijkse borstelbeurt is wel nodig zodat hij geen overdadig haarverlies heeft en je klit of viltvorming kan voorkomen.

Eventueel kan je naar een hondentrimmer gaan die je hond zal “plukken”, dat betekent dat deze alle overtollige, rijpe haren met behulp van vingers of een fijne kam uit de vacht zal trimmen.

De oren dienen regelmatig gecontroleerd en zuiver gehouden te worden. De oorschelpen zijn bevederd en hangen, waardoor de gehoorgang grotendeels afgesloten wordt. De kans op een oorontsteking wordt daardoor groter. Controle van de oren en het schoonmaken met oorreiniger zijn belangrijk om deze gezond te houden.

Ook let men erop dat er geen etensresten achterblijven in de lipplooien en de oren.

De oren kan men eventueel met een klemmetje boven het hoofd vastmaken tijdens het eten.

De ogen worden regelmatig schoon gehouden.

Heb je een hond met extra traanvocht dan dient men deze elke dag even zuiver te maken. Hiervoor zijn er bestaande flesjes in de handel (OFTAL traansmeerremover).

Voor de tanden proper te houden kan men kauwbotten uit een speciaal materiaal kopen.

De nagels kunnen regelmatig bijgeknipt worden met een nageltang. Let wel op dat je niet in het leven van de nagel knipt.

Er wordt in geen geval aan het haar geknipt. Geknipt haar gaat krullen als het weer begint te groeien. De cavalier heeft lange haren op de tenen. Deze worden ook niet weggeknipt. De haren tussen de zoolkussens, aan de onderkant van de poten mogen wel weggeknipt worden.

Je zorgt ervoor dat het dagelijks onderhoud comfortabel kan verlopen, zowel voor jezelf als voor je hondje. Je hebt een stabiele tafel of kastje nodig waar je de hond op kan zetten, dit spaart je rug en je hebt je cavaliertje goed onder controle.
Op de tafel plaats je een matje, zodat je hond niet gaat uitglijden.

Je plaatst de hond op tafel en stelt hem gerust: dit kan door een korte knuffel of een aai over zijn hoofdje bijvoorbeeld. Begin niet te spelen met de hond!

Vooraleer je met de borstelbeurt begint, controleer je de hond op klitten, vooral achter de oren en in de oksels, want daar onstaan ze het gemakkelijkst. Je weet dan waar je bij het borstelen voorzichtig moet zijn.

Begin met het borstelen van de rug, ga over naar de flanken en behandel dan de borst.

Heb je een hondje met veel beharing op deze plaats, dan zal het nodig zijn om hier de pennenborstel te gebruiken.

De bevedering aan de poten en de staart, kam je.

Extra aandacht besteed je aan de lange haren van de broek, je kan de hond een beetje optillen om er gemakkelijker bij te kunnen. Indien nodig gebruik je ook hier de pennenborstel.

De oren kam je eerst goed door aan de buitenkant.

Daarna draai je ze om en kam je ook de binnenkant grondig uit. Hier ga je extra aandacht besteden aan de plaats waar de oren aangezet zijn, dit om het ontstaan van klitten te verhinderen.

Elke dag moet je meerdere keren de oogjes van je hondje proper maken. In de ooghoeken kunnen slaapjes en klontjes opgedroogd oogvocht zitten.

Als eerste handeling, inspecteer je je hondje op klitten. De aanwezige knopen gaan we nu losmaken en verwijderen. Dit doen we als volgt: kleine onregelmatigheden ontwar je gewoon met je vingers door de haren voorzichtig uiteen te trekken.

Ook kan je een speciale klittenkam gebruiken, je houdt ook hier met je linkerhand de haren aan de inzet vast, dan trek je de kam voorzichtig door de klit, indien nodig zelfs meerdere keren, daarna ga je ook weeral voorzichtig, doorkammen.

De haren aan de onderkant van de voetjes, moeten regelmatig bijgeknipt worden. Zo heeft je cavalier meer grip op de grond waarop hij loopt. Ook brengt hij minder vuil mee naar binnen. Als je alleen bent, leg je je hondje op zijn zijkant. Je gebruikt een schaar met ronde punt, je moet oplettend zijn, zodat je niet in de huid knipt!

Langs de voorkant van de voet, mag je niet teveel afknippen, anders zie je het wanneer je hondje staat. Als je cavaliertje heel lange haren heeft op zijn voetjes, kan je die bijknippen met een efileerschaar. Dat staat heel verzorgd, maar je moet opletten dat het er niet te gekunsteld uitziet. Als je naar tentoonstelling gaat, doet je het best een 14 tal dagen vooraf.

Nageltjes knippen is een delicaat werkje, als je het niet vertrouwt, laat het dan over aan je dierenarts of breng een bezoek aan een hondenkapsalon.

Vooral tijdens de periode van maart tot oktober is het absoluut noodzakelijk om je hondje afdoende te beschermen tegen teken en vlooien. Je kan dit doen door hem een vlooienbandje om te doen, maar dit heeft als nadeel dat die bandjes soms sterk ruiken en bovendien heb je dan die vervelende halsbandaftekening in de nek. Beter is het daarom om je cavaliertje te behandelen met Frontline. Als je die behandeling om de vier weken herhaalt, kan je er zeker van zijn dat je hondje niet door vlooien of teken zal geplaagd worden. Je kamt en borstelt hem netjes, dan strijk je met je hand de haren tegen de groeirichting in en ga je spuiten met het produkt. Je behandelt zo het hele lichaam, vooral aan de halsstreek moet je extra aandacht besteden. Pas echter steeds goed op dat je niet in de ogen gaat spuiten! Droog de hond na de behandeling niet af! Als de vacht volledig droog is kan je eventueel nog eens doorborstelen. Frontline heeft ook het voordeel dat de vacht er mooi van gaat glanzen.

Sommige cavaliers hebben een schitterend gebit, dat weinig onderhoud vraagt. Andere hebben in beperkte of in serieuse mate last van tandsteen. Je kan er heel wat aan doen . Door de tanden regelmatig of bij sommigen, dagelijks te poetsen, blijft de schade beperkt. Je kan een speciale hondentandenborstel kopen, maar een gewone doet het ook. Dit geldt niet voor de tandpasta! Je gebruikt speciale hondentandpasta die je koopt in de speciaalzaak of bij de apotheker. Je maakt die even nat, tandpasta erop, je neemt je hondje best op schoot, en poetsen maar. Spoelen hoeft niet, dat zou niet meevallen!

Ook de oortjes moeten verzorgd worden. Bij de veearts kan U een product bekomen om regelmatig de oortjes te reinigen. Het volstaat om maandelijks enkele druppeltjes van het product in de oortjes te doen om zo de oortjes proper te houden.

Verzorging van een puppy
Je gaat op precies dezelfde manier tewerk, zoals je daarnet gezien hebt. Veel valt er nog niet te kammen of te borstelen, maar belangrijk is dat je pup dagelijks met alles kennis maakt.. Op die manier, wordt het later geen worstelpartij om hem te behandelen Zo kan je hem laten wennen aan de borstel en de kam, ook oortjes kammen even oefenen. Zijn oogjes proper maken, is eveneens belangrijk.

Wees uiterst voorzichtig tijdens de behandeling, je pup kan soms onverwacht bruuske bewegingen maken; wees erop voorbereid, en zorg dat hij niet van de tafel valt! Als er zich een incidentje voordoet, ga je in elk geval de behandeling verder afmaken!

Wassen
Het wassen van een Cavalier wordt enkel op de DVD tot in detail voorgetoond. Het is belangrijk voor de vacht om de juiste producten en techniekt te gebruiken.

Benodigde materialen
Voor een grondige beurt van uw hondje heeft u volgende materialen nodig. In de rubrieken "dagelijkse" en "maandelijkse" verzorging komen we uitvoerig terug op elk van deze materialen.

Koop steeds kwaliteitsmateriaal. Deze gaan langer mee en vaak zijn ze handiger in gebruik. Goedkoop is niet steeds gelijk aan beter koop !

Werk steeds met proper materiaal. Reinig na iedere beurt grondig alle materialen.

Materialenlijst:
- borstel
- kam
- pennenborstel
- efileerschaar
- klittenkam
- schaar met ronde punten
- schaar met scherpe punten
- nageltang
- bloedstelpende watjes
- oogproduct
- oogdruppels
- tandgereeschap (bijtbeen om tandplank te voorkomen)
- toiletpapier
- frontline inentingen

Soorten voeding voor de Cavalier King Charles Spaniël

De fokker zal je uitvoerig inlichten over de manier waarop je pup gevoed wordt.
Gedurende de eerste dagen hou je je strikt aan het schema dat je meegekregen hebt. De meeste fokkers geven voedsel mee, gebruik dat dan ook.
Als je nadien wilt overschakelen op een ander soort voeding, moet je dat langzaam doen.
Je kan na een paar dagen, ongeveer een vijfde van de hoeveelheid vervangen door jouw uitverkoren voedsel. De tweede dag twee vijfde, de derde dag drie vijfde, enz... Na een kleine week is je pup dan volledig overgeschakeld.

Soorten voeding.

De tijd dat honden gevoed werden met tafelrestjes is reeds lang voorbij.
Gedurende de laatste decennia is er een enorme industrie ontstaan rond voedselproductie voor onze huisdieren. Wij hebben een enorme keuze tussen verse voeding, diepvries- en droogvoer. Het is niet makkelijk om een keuze te maken. Bovendien is de ene hond, de andere niet.

Je kan nog altijd zelf een potje koken voor je hond. Dat zal dan rijst en groenten bevatten en daarnaast ook vlees of vis. Maar waarom zou je het jezelf zo moeilijk maken, als je zoveel keuze hebt in kant en klare producten. Die bevatten alle bestanddelen in de juiste verhouding.

Diepvriesvoeding
Er is een mooi aanbod van verse, goed uitgebalanceerde hondenvoeding in diepgevroren toestand, op de markt.
Voordeel: je hond heeft minder behoefte aan drinken en gaat daardoor ook minder plassen.
Nadeel: je moet er altijd ‘aan denken’ om op tijd de voeding te laten ontdooien.

Droogvoer
Ook hierin heb je enorme keuze. Je kan de formule nemen die best geschikt is voor je hond. Je vindt droogvoer specifiek voor pups, voor jonge honden, voor sporthonden, voor honden met maagproblemen, voor de oudere hond, enzovoort.
Voordeel: droogvoer is gemakkelijk in gebruik.
Nadeel: je hond zal meer drinken nodig hebben.

Blikvoeding
Dit soort voeding gaat zich meer profileren door te spelen met smaaknamen. Je vindt er kip met groenten of andere vleessoorten.

Drinken
Om het even welk soort voeding je voorkeur geniet, je moet er altijd voor zorgen dat je hondje vers, fris water ter beschikking heeft. Zo kan hij zijn dorst lessen als hij daar behoefte aan heeft.

Tafelmanieren
Onze cavaliertjes hebben prachtige lange oren, die wel een beetje extra zorg vragen.
Als ze elke dag in het voedsel komen te hangen is het telkens een heel karwei om ze na de maaltijd proper te maken.
Laat je je hondje lopen met vuile oren,dan gaat hij zelf proberen om de etensresten eruit te halen, met alle gevolgen van dien.

Eetbakjes
Er zijn speciale eetbakjes in de handel waar de oren van je hondje over de rand hangen tijdens het eten.
Oorspronkelijk ontworpen voor Cocker Spaniëls, maar zeer goed bruikbaar voor onze cavaliers.

Oorbeschermers
Deze zijn verkrijgbaar in de betere dierenwinkels. Oorbeschermers zijn voorzien van een elastiek waardoor ze gemakkelijk op hun plaats blijven.
Je schuift ze eenvoudig over het hoofd net voor de maaltijd, onmiddellijk na het eten verwijdert U de oorbeschermers.

De keuze van de voeding is een kwestie van persoonlijke smaak. Want de kwaliteit van de diverse aangeboden marktproducten is uitstekend.

Omdat het bij een pup van belang is om de juiste hoeveelheid te krijgen voegen we een voedingstabel voor pups toe.

Hoeveelheid mini brokken bij pups

(* ) = Meerdere malen per dag een klein beetje geweekt voeren.

Aanbevolen hoeveelheid voeding per dag (in grammen)
gewicht hond (kg)3-5 weken 6-11 weken 12-16 weken 17-28 weken 29-52 weken
<3 * 110 105 85 70
3-5 * 110-160 105-155 85-125 70-105
5-10 * 160-270 155-255 125-210 105-175
10-15 * 270-370 255-350 210-290 175-235
15-20 * 370-460 350-430 290-355 235-295
20-25 * 460-540 430-510 355-420 295-345
25-35 * - - 420-540 345-445
35-45 - - - 540-655 445-535